‘Mijn vader was een wijze man. Ik was leerling van het gymnasium waar hij leraar klassieke talen was. Hij had in de gaten dat ik op dat moment niet zo’n studiehoofd was en daarom gaf hij me het advies naar de lerarenopleiding te gaan. Daar volgde ik o.a. de richting beeldende vorming.’
Christien reageert hiermee op mijn vraag om iets te vertellen over haar achtergrond. En ze vervolgt met: ‘Zodoende kwam ik na die opleiding in het onderwijs. Tientallen jaren gaf ik handvaardigheid/tekenen en kunstgeschiedenis aan leerlingen die dit als examenvakken kozen voor hun havo diploma. Het was in Utrecht aan dezelfde school waar mijn partner Marie-Anne werkte als docent geschiedenis. Daarna gingen we naar Friesland.’
‘Als je dat zo zegt ben ik natuurlijk wel wat verbaasd. Want het is een grote overgang van de stad Utrecht naar Friesland. Wat was jullie motivatie?’
Als antwoord neemt Christien me mee naar de kant van de kamer waar vandaan ik, tegenover Súd 46 tussen de bebouwing door, het vrije uitzicht zie op de Stêdspôle en zelfs nog verder. ‘Dat is een belangrijke reden’ is haar commentaar: natuur, rust, water, ruimte, kerktorentjes en weg van de hectiek. We hebben altijd midden in de drukke stad gewoond en van Friesland kenden we dit omdat we hier veel zeilden.
We woonden eerst in Akkrum en in Dearsum en om mijn techniek van beeldhouwen te verbeteren ging ik daarvandaan naar het beeldhouwcentrum in Koudum. Nu we hier wonen ben ik daar nog zo nu en dan. Met dit huis hebben we het ook erg getroffen: de voorkant hoort bij de levendigheid van de stad en achter in de tuin heb ik een mooie werkruimte. Ik kan daar rustig aan mijn beelden van steen of hout werken zonder dat ik iemand stoor met het lawaai.’
Tot nu toe zaten we in de voorkamer aan een grote tafel. Het is duidelijk dat hier van alles gebeurt: de boekenkast vol boeken geeft de mogelijkheid om een boek te lezen, er ligt een laptop en de half open geslagen krant verraadt dat ook het dagelijks nieuws belangrijk is. Maar met die laatste opmerking zijn we bij het doel van dit gesprek en ik vraag Christien: ‘Wil je me het beeld laten zien dat jij graag centraal wilt stellen?’
‘Kom maar mee’, zegt Christien. Ze loopt voor me uit naar het hoger gelegen deel van het woonhuis. Voordat ik het goed en wel in de gaten heb is ze bij een groot beeld en verschuift dit naar het midden van de kamer. Ik schat dat het beeld dat ze verschuift zo’n tachtig centimeter hoog is en een omvang heeft van een flinke boomstam. Ik wil haar wel helpen maar weet niet goed hoe ik het vast kan pakken. Voordat ik dit heb kunnen vragen staat het beeld op een plek waar er van boven en van de zijkant goed licht op valt.
En dan blijft het een poosje stil tussen ons. Christien geeft me ‘kijktijd ‘en ondertussen draait ze het beeld, zodat ik het van alle kanten goed kan bekijken. Met een paar woorden laat ze zien hoe de noesten en de ‘vlammen’ in het hout meewerken om de accenten te leggen. Ze voegt er aan toe dat ze bijna altijd menselijke figuren maakt. Terwijl ze langzaam het beeld blijft draaien en ik stil zit te kijken vraagt ze me uiteindelijk wat ik zie en of het een gevoel overbrengt
Ik zie menselijke figuren met smalle hoofden die me doen denken aan vrouwen die een sluier dragen, ook is er een bepaalde sfeer zicht- en voelbaar, maar welk woord geeft dat goed weer? Opeens weet ik het: ‘melancholie’.
Christien kijkt me aan en zegt: ‘Dat vind ik mooi, want de titel die ik uiteindelijk aan het beeld heb gegeven is ‘vrouwen aan het graf”. Met jouw woord ‘melancholie’ zeg je dat mijn gevoelens die ik had bij het ontstaan van het beeld, overeenkomen met wat jij ziet. Ik wil graag dat mijn beelden zelf hun verhaal vertellen. Ik heb zelf ook wel een titel, maar die is eigenlijk alleen belangrijk voor mezelf.
Toen we hierna in haar werkplaats waren en keken naar een stuk natuursteen dat zichtbaar het begin is van een nieuw beeld, pakte ze een soort spons en liet ze mij zien wat er gebeurt als je steen nat maakt. Het wordt een ‘levende’ steen die je verrast door de diepte van de kleuren.
‘Kijk’ zegt Christien, ‘hier gebeurt hetzelfde als met hout, zodra je behoedzaam de structuren volgt en daar gebruik van maakt dan ontdek je zowel in hout als in steen de mooiste geheimen. En voor mij is het een spannende uitdaging dat tot leven te brengen wat nog in de steen of het hout verborgen is.’
Een mooie afsluiting want zo typeerde ze in het begin van ons gesprek ook haar manier van omgaan met haar leerlingen.