Halverwege het Sylspaed is een deur waar zijn naam op staat. Als die deur opengaat verwacht je de hal van een huis, maar dat blijkt een vergissing. Je komt in een steeg met achterin een bord dat aangeeft dat er een atelier is. Loop je in die richting dan kom je achter het huis. De serre die tegen de achtermuur van het huis is gebouwd is de mooie lichte plek waar de schilder Ad Kling werkt en waar een deel van zijn schilderijen is te zien.
Ad vertelt dat hij hier in 2003 is komen wonen. ‘Ik ben geboren en getogen in Utrecht. Na ons huwelijk bleven we er wonen omdat ik ook mijn werk had in die stad. Onze kinderen zijn daar geboren en opgegroeid en ik zou er misschien wel gebleven zijn als mijn vrouw niet was overleden. Dat was in 1998, ik had nog een paar jaar te gaan voor mijn pensioen, maar daarna ging ik op zoek naar een nieuwe woonplek.’ ‘Maar waarom dan Workum?’ vroeg ik, ‘dat ligt niet zo voor de hand.’ Ad reageert met een glimlach: ‘Toch wel hoor want in vakantietijd huurden we altijd een huisje op de Kuilart in Koudum. We fietsten veel in deze omgeving en genoten dan heel erg van het landschap. Toen dit huis te koop stond hoefde ik daarom niet lang na te denken. Het was goed en mooi verbouwd en er was voor mij ruimte om te schilderen. Bovendien is iets wat voor mij heel belangrijk is, heel dichtbij.’
Op mijn voor de hand liggende vraag wat voor hem dan zo belangrijk is, zei Ad: ‘De straat waar we woonden lag eerst aan de rand van de stad. Ik was zomaar buiten in de vrije natuur. Maar er kwamen nieuwe huizen, nieuwe straten, nieuwe wijken. Dat gebeurde niet alleen in het deel van de stad waar wij woonden maar ook in andere delen. Kortom, toen ik op zoek ging naar een andere woonplek dacht ik meteen aan de zuidwesthoek van Friesland. En nu is het vanuit mijn huis slechts een paar minuten en dan heb ik de ruimte van de natuur met de mooiste luchten.’
‘Waarschijnlijk heb je het nu ook over je schilderijen?’ ‘Zeker, het landschap is één van mijn thema’s, maar portretschilderen is minstens zo belangrijk. Eigenlijk is mijn schilderen daarmee begonnen.’ ‘Daar wil ik graag wat meer van weten, hoe is je hobby van vroeger langzamerhand je werk van nu is geworden?’
‘Een officiële opleiding tot schilder heb ik niet gehad. Ik heb van jongsaf getekend, ik was niet een leer/studeerkind daarom moest ik na de VGLO (voortgezet lager onderwijs) aan het werk. Op school was mijn liefde voor tekenen wel opgevallen zodoende kwam ik te werken bij een grafische kunstinrichting, een cliché-fabriek. Daar kreeg ik een opleiding, ik moest retouches aanbrengen op foto’s. Dat wil zeggen foto’s bewerken: krassen van een foto verwijderen, rimpels wegwerken enz. Dit alles moest ik met het penseel doen, daardoor kreeg ik een hele vaste hand. Naast dit werk ging ik twee dagen in de week naar de grafische school, daar was het diepdrukken (veelkleurendruk) heel belangrijk. Bovendien had ik daar een prima tekenleraar die me stimuleerde om te blijven tekenen en schilderen. Toen, heel lang geleden, vroeg iemand me of ik een portret kon schilderen. Dat lukte me dankzij waarschijnlijk de combinatie van vaste hand en inzicht in het gebruik van kleuren. Het werd een goed gelijkend portret en ik ben dit blijven doen.’ Terwijl hij dit zo vertelt laat Ad me één van zijn eerste portretten zien en daarna neemt hij me mee naar een recent portret van een jong meisje dat me al was opgevallen. Voor mijn gevoel zijn er nauwelijks verschillen in vakmanschap terwijl er dertig jaar tussen ligt. In ieder geval, vertelde Ad, doet hij dit nog steeds en – voegt hij er aan toe – ‘er is een vaste klantenkring’.
‘Je noemde tot nu toe landschappen en portretten als thema voor je schilderijen, maar je hebt voor dit gesprek een heel ander schilderij gekozen.’ ‘Dat klopt want waar ik ook van houd is het schilderen van stadsgezichten. Je ziet hoe ik de gebouwen schilder, heel nauwkeurig naar de werkelijkheid. In dit geval heb ik gespeeld met die werkelijkheid door de toren en de kerk op twee manieren te laten zien met een bebouwing er bij die herkenbaar is. Het is een blij schilderij vanwege de lichte achtergrondkleuren en de versiering met linten.’
Ik vind dat er ook iets mysterieus is op dit schilderij. Dat vond ik ook op een ander schilderij: een vervallen gebouw waar de klimop langzamerhand de baas gaat worden. Wat dit hier afgebeelde schilderij betreft is goed te zien hoe Ad de stad ervaart. Volgens mij woont hij hier met plezier, anders zou hij minder lichte kleuren gebruiken. Hij speelt ook met het gevoel dat alle Workumers zullen herkennen: die toren en kerk staan letterlijk en figuurlijk in het midden, ze zullen het beeld van Workum blijvend bepalen.