Workumer krant Friso pagina19 dinsdag 23 februari 2016
Waarom er zoveel kunst in Workum is
Er hangt hier iets creatiefs in de lucht
Toen ik aan de leden van onze kunst kring vroeg ‘hoe komt het toch dat in Workum zoveel ateliers en galeries zijn?’ zeiden ze: ‘Inderdaad, dat wordt ons ook regelmatig gevraagd, hoe zou dat komen?’
Ik reageerde met een wedervraag: ‘Willen jullie hierover eens nadenken en ook over de vraag waarom je hier woont en ook wilt blijven wonen?’ Hier volgt wat ze me vertelden.
De bekendheid van Workum nam toe en ook als men hier was geweest bleef de stad aantrekkingskracht houden mede door het mooie centrum met de St. Gertrudiskerk, de karakteristieke toren, de Waag en de Merk.
Kunstenaars die hier kwamen en galeries die zich vestigden ervoeren een openheid die maakte dat ze zich geaccepteerd voelden. Er ontstond ook een groep onder de naam ‘Workum Cultuurstad’ die een routekaart door de stad uitgaf. In de jaren tachtig en negentig waren er ook van tijd tot tijd tentoonstellingen. Waar zo’n sfeer heerst trekt dit anderen.
Wat bovendien voor het huidige leefklimaat van belang is is dat hier, zeker na de Tweede Wereldoorlog, sociaal en religieus gezien een tolerant klimaat heerst. Al decennia lang zijn er goede contacten tussen de protestanten en rooms-katholieken, zowel op officieel niveau als op dat van de ‘gewone’ burger. Als voorbeeld kan gelden het feit dat de Gereformeerde en Hervormde kerk al vanaf 2005 één Protestantse kerk vormen.
Iemand die hier in Workum al ruim dertig jaar woont zegt: ‘De diversiteit hier heeft me altijd verbaasd en er is best wel een vorm van verzuiling, maar die wordt aldoor weer verbroken door zang, muziek, toneel, kunst, strontrace, veekeuring en Paupers!’
Deze schrijver heeft gelijk, de Veekeuring met het concours hippique en de Strontrace zijn jaarlijkse evenementen die duizenden mensen naar Workum trekken. Muziek en zang zijn van oudsher belangrijke vrijetijdsbestedingen van de inwoners van Workum, in de beginjaren zestig kwam er een
jaarlijkse uitvoering van de Mattheüs. Op een gegeven moment stopte dit, maar na een aantal jaren werd de traditie voortgezet met een jaarlijkse Johannes-passie.
Verder is er nog de toneel/muziekgroep De Paupers. Zij verzorgen jaarlijks een voorstelling over- of naar aanleiding van het leven in en om Workum op een bijzondere locatie in de omgeving van de stad.
Het bracht ook mee dat men niet alleen op de geijkte paden bleef lopen. Verder blijkt op een gegeven moment dat de mooie vette klei in deze omgeving geschikt is om potten van te maken. Tal van pottenbakkerijen vinden hier een plek. Als vanzelf ging men dit aardewerk ook versieren. Welbekend
zijn de bruine potten met het ringeloor maar ook de kerfsnee werd toegepast en men ging ook plateel
schilderen.
Zo kun je zeggen dat hier al heel lang een ambachtelijke sfeer heerste. Sommige van die ambachtslieden ontwikkelden zich tot kunstenaars. Zij waren niet meer zo gericht op het maken van gebruiksvoorwerpen maar lieten hun creatieve gave de vrije loop. Jopie Huisman (*Workum 1922 – † Workum 2000) is daarvan het bekende voorbeeld maar hij was niet de enige. Iemand zei over de tijd
toen Jopie nog tegeltjes schilderde: ‘Als kind weet ik van schilderijen die in een winkeltje op het Súd
werden tentoongesteld. Voor mij was het nooit vreemd wanneer er een schilderij werd gemaakt. Bovendien zag ik als jong kind al beelden in de (religieuze) beeldjeswinkel.’ Ook in de protestantse
St. Gertrudiskerk waren beeldjes op de koorbanken en een gebeeldhouwd doopvont, beide van
de bekende beeldend kunstenaar Tjipke Visser (*Workum 1876 – †Bergen 1955).
In 2008 begonnen negen galeries/kunstenaars met de groep ‘Kunst in Workum’. Vanaf 2011 werkt deze groep samen met ‘Beeldenstad Workum’, hun gezamenlijke activiteiten zijn uitgelopen op een jaarlijks terugkerende kunstroute in de eerste twee weekenden van mei. Momenteel zijn daar negentien galeries/kunstenaars bij betrokken. Commentaar van iemand uit een naburige plaats hierop was: ‘Alle
keren dat ik hier kom denk ik dat het anders is dan waar ik woon. Er is hier een levendige geest.’
Tot nu toe is er onder de kunstenaars geen sprake van broodnijd, men erkent elkaars eigenheid en kwaliteit. Het gevolg daarvan is dat men onderling naar elkaar verwijst zodat bezoekers geboeid raken door het veelzijdige kunstaanbod. Onze praktische samenwerking brengt ook mee dat er een vrij sterke onderlinge verbondenheid is.
Met een laatste citaat vat ik heel veel samen: ‘Het was eigenlijk maar toevallig dat we hier in belandden, het landschap van de Zuidwesthoek van Friesland trok ons, maar Workum kenden we niet. En nu is het zo dat we ons niet kunnen voorstellen dat we ergens anders zouden wonen.’